Na 2 dagen zon kwam ik ze alweer tegen, de mooi-weer woon-werk rijders. Op zich prima, want hoe meer motorrijders des te minder files. Maar er zitten er tussen…. Als eerste was er een GS-rijder die alle vooroordelen deed bevestigen; ogenschijnlijk de 40 levensjaren ruim gepasseerd, klaphelmpje omhoog, veel te schone motor, mistlampen aan en zijkoffers op zn motor, en zo de file op de ring rond Amsterdam proberen te doorploegen. Sommige stukken rijbaan op de A9/A10 zijn echt krap. Auto’s kunnen niet ver aan de kant want dan zitten ze gewoon over de witte strepen heen. Dat betekende dus voor onze GS-er remmen bij elke zijspiegel want hij was met die dikke zijkoffers, die in de meeste gevallen gierend leeg zijn, op de voor BMW verplichte literfles reserve olie na, nog breder dan de reet van zijn schoonmoeder. Dus dat er vervolgens een ophoping van 3 motoren achter hém aan het filerijden waren ontging hem volledig. Veel te gespannen aan het zwoegen en slingeren om die zijkoffers niet tegen elke autospiegel te rammen, ook nog in je eigen achteruitkijkspiegel kijken was teveel gevraagd.
Een paar dagen later nog zo’n geval, het was de ‘verkeersregelaar’ compleet met oranje bouwvakkers hesje. Filtreren (tussen de file door rijden) mag alleen tussen de meest linkse banen, waar ik en een motor-collega ons door de file laveerde. De verkeersregelaar vond het een verstandig idee om datzelfde te doen alleen dan tussen de meest rechtse rijstroken, zo ongeveer rond dezelfde hoogte als wij. Hij slingerde zijn gedateerde Soez, zo te horen zonder uitlaat, met woest geweld over en tussen de verschillende rijstroken. Het gezigzag leverde hem uiteindelijk niets op en hij voegde zich tussen mij en mijn voorganger. Als er een auto geen ruimte maakte gebaarde hij opzichtig met zijn arm naar de automobilist. Die gozer moet doodmoe zijn geweest van het half uurtje sporten op zijn motor. Hij heeft er tegelijk persoonlijk voor gezorgd dat de reputatie van de motorrijder met 90% gedaald is.
In de file moet je berekenbaar en defensief rijden en natuurlijk kun je een stomme actie van een koekblik hoofdschuddend afkeuren, of bij een bijna dood ervaring bedanken met je toeter of een vinger, maar elke automobilist wijzen op jouw idee van hoe het zou moeten, nee, doe maar lekker niet.
Hoe moet je je eigenlijk in de file gedragen?
Hiervoor is er in samenwerking met de overheid en oa KNMV, Politie, RAI, FEMA en MAG een gedragscode opgesteld die je waarschijnlijk wel eens hebt zien langskomen in de campagne Geef motorrijders de ruimte in de file.
1. Gepaste snelheid
Rijd rustig tussen de file door. Dat wil zeggen dat het snelheidsverschil tussen de motor en de auto die u passeert, niet meer mag zijn dan 10 km/u.
2. Wees alert op onvoorzichtig gedrag
Twee belangrijke manoeuvres waarvan motorrijders hinder ondervinden, zijn:
* bij gaten in de file: automobilisten die opeens van rijstrook wisselen
* bij warm weer: openstaande portieren van auto’s.
3. Meerdere motorrijders
Als met meerdere motoren wordt gereden, houd dan ook het hoofd koel en rij rustig achter elkaar tussen de file door. Houd onderling minstens een afstand van twee auto’s aan. Kies voor dezelfde doorgang.
4. Naderen file
Bij het naderen van een file houdt u via de spiegels rekening met achterop komend verkeer dat niet tijdig snelheid vermindert. Verminder zelf geleidelijk aan de snelheid en waarschuw achterop komend verkeer met alarmlichten (of remlicht). Bij snelwegen met meer dan twee rijstroken, kiest u positie tussen de twee meest linkse rijstroken.
5. Stoppen in de file
Als u als laatste in de file staat, gebruik dan alarmlichten of remlicht om duidelijk aan te geven dat u met uw motor achter de file staat. Soms merken automobilisten wel de file op, maar niet de motor achter de file. Houd voldoende afstand van de voorganger en probeer zo mogelijk in te voegen tussen de wachtende auto’s. Daar is het veiliger.
6. Einde file
Zodra de file weer op gang komt, voeg dan in op de rijstrook tussen de auto’s. Gebruik hierbij tijdig – dus voor het invoegen – de richtingaanwijzer.
Waar mag een motorrijder niet rijden?
Het passeren van de file is in principe toegestaan. Bij het inhalen moet u er wel rekening mee houden dat u geen gebruik maakt van:
* vluchtstrook: de strook uiterst rechts van de rijbaan, bedoeld voor hulpverlening.
* redresseerstrook: de asfaltstrook tussen de linker rijstrook en de linker vangrail; hier ligt veel vuil.
* doelgroepstrook: weggedeelten bedoeld voor bussen, vrachtverkeer of trams.
* verdrijvingsvlak: vlak met schuine strepen (bij overgang naar minder rijstroken.
* puntstuk: witte wegmarkering (ook wel ‘taartpunt’ genoemd).
De automobilist
Vrij recent vond een automobilist het nodig om mij aan te spreken over het feit dat ik tussen de auto’s naar voren tot het stoplicht reed. Zijn klacht was dat hij nog reed terwijl ik er al tussendoor kwam. Hij had duidelijk geen idee dat dit gewoon toegestaan is, stond ook niet open voor mijn uitleg en begon al snel te schreeuwen, gelukkig sprong het stoplicht op groen en heb de beste man nooit meer gezien.
Voor de automobilist zijn de volgende spelregels bedacht:
1. Bekijk het verkeer achter u
Motorrijders worden door automobilisten vaak over het hoofd gezien. Regelmatig gebruik van uw spiegels is een hulpmiddel om tijdig rekening te houden met achteropkomend verkeer. Dit geldt ook voor stilstaand fileverkeer waarbij de automobilist geneigd is zijn aandacht te verleggen (agenda, telefoon). Een blik naar achteren is vaak het verschil tussen onopgemerkt een ongeval krijgen of er goed vanaf komen door te ontwijken of anders te reageren.
2. Gebruik het midden van de rijstrook
Achteropkomende motorrijders hebben doorgaans voldoende ruimte om te passeren als u over het midden van uw rijstrook rijdt. Motorrijders passeren in principe tussen de rijstroken in, vlak langs de onderbroken streep. Natuurlijk helpt het als u ze wat meer ruimte biedt door naar rechts uitte wijken als u op de rechterstrook zit, of naar links als u op linkerstrook rijdt.
3. Wisselen van rijstrook?
Automobilisten die van rijstrook wisselen zonder op het achterliggende verkeer letten, vormen voor motorrijders de meest gevaarlijke bedreiging. Kijk als automobilist altijd vóór het wisselen van strook in de spiegel en denk daarbij ook aan motoren die – soms in de dode hoek van uw spiegel – tussen de achterliggende file kunnen rijden en waarschuw het achterop komend verkeer door richting aan te geven.
4. Alleen bij noodzaak portier openen
Een file op een warme dag betekent dat automobilisten of passagiers wel eens een portier openzetten. Voor een motorrijder kan dit ernstige gevolgen hebben. Open tijdens een rit alleen het portier als het noodzakelijk is. Kijk in ieder geval altijd van tevoren of er geen achterliggers zijn die u gaan passeren. Voor verkoeling gebruikt u ramen of airconditioning.
Bron: Motorplatform